Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Leopold I (België)

betekenis & definitie

koning der Belgen, voluit George Christiaan Frederik Leopold, geb. 16 Dec. 1790, derde zoon van hertog Frans van Saksen-Coburg. diende eerst in de russische armee, nam 1810 op aandrang der bedreigingen van Napoleon zijn ontslag uit de russ. dienst, waarin hij echter in Febr. 1813 als generaal terugkeerde, en onderscheidde zich bij verschillende gelegenheden. Toen de vermoedelijke erfgename van den troon van Groöt-Britannië, prinses Cbarlotte, hem had teeren kermen, koos zij hem tot haren gemaal.

Bij parlements-acte van 27 Maart 1816 werd hij genaturaliseerd, ontving een jaargeld van 50,000 pond sterling, met den titel van hertog v. Kendal, werd veldmaarschalk en lid van den geheimen raad. Gehuwd 2 Mei 1816, verloor hij zijne gemalin reeds 5 Nov. 1817 in het kraambed, en leefde vervolgens stil te Londen en op zijn buitenverblijf Claremont. Voor de hem in 1830 aangebodene kroon van Griekenland bedankte hij, nam daarentegen 12 Juli 1831 die van België aan, en werd negen dagen later ingebuldigd. In het volgende jaar trad hij in den echt met prinses Lourse, dochter van Lodewijk Filips, uit welk huwelijk drie kinderen werden geboren. Zij ontviel hem door den dood 11 Ocl. 1850, en had dus nog beleefd, dat hare ouders van den franschen troon waren verdreven; L. zelf regeerde nog lang met wijsheid en beleid, en stierf 1Ó Dec. 1865. Hij werd opgevolgd door zijn oudsten zoon L. II (geb. 9 April 1835); de twee andere kinderen van L. 1 zijn: Filips, graaf van Vlaanderen, geb. 24 Mrt. 1837, en Cbarlotte, geb. 7 Juni 1840, door haar huwelijk 27 Juli 1857 keizerin van Mexico, werd krankzinnig ten gevolge van de vele wederwaardigheden, die zij op haren waggelenden troon ondervond (zie MAXIMILUAN).

< >