duitsch geleerde, geb. 1588 te Herborn in het graafschap Nassau, gest. 1638, onderwees de philosophie en de theologie, eerst in zijne geboortestad, vervolgens te Weissenburg. Van zijne geschriften verdienen melding eene latijnsche Encyclopedie (Herborn 1620 in 4°.; Eyon 1640), eene Encyclopedie des Bijbels (1642 in fo), en eene verhandeling over het Duizendjarige rijk (gedr. 1627).
Hij bezigde voor verscheidene geschriften het pseudoniem Sadiletus, zamengesteld uit de letters van Sedulitas (d. i. vlijt), welk laatste pseudoniem hij had zamengesteld uit de letters van zijnen naam.