Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Elizabeth bekker

betekenis & definitie

hollandsche schrijfster, geb. 24 Julij 1738 te Vlissingen, gest. 25 Oct. 1804 te ’s Hage, waar zij sedert 1795 verblijf hield. Zij was gehuwd met Adriaan Wolff, predikant in de Beemster, dien zij 1777 door den dood verloor, waarop zij met hare geestige vriendin Agatha Deken in de Rijp ging wonen, en vervolgens in de Beverwijk, op de buitenplaats Lommerlust.

Bij de omwenteling echter nam zij 1787 met hare vriendin de wijk naar Frankrijk (naar Trévoux in Bourgondië; waaraan men hare Wandelingen door Bourgondië te danken heeft). In de fransche omwenteling ontging zij alleenlijk door hare tegenwoordigheid van geest de guillotine; zij hielp ook den man van hare vriendin Rénauld uit de gevangenis bevrijden; doch om zich aan verder levensgevaar te onttrekken, kwamen zij en Agatha Deken zich 1795 in den Haag vestigen. Met deze hare vriendin heeft zij verscheidene geachte werken in het licht gegeven. Zie Agatha DEKEN.

< >