Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

De beemster

betekenis & definitie

voorheen een der grootste waterlandsche meren in Noord-Holland, werd in het begin der 17e eeuw ingedijkt en drooggemaakt, en is tegenw. eene goed bebouwde landstreek, met vruchtbaren grond en eene bevolking van omstr. 3000 zielen. De B. leed veel van de muizenplaag in 1653 en 1678, maar vooral in 1700 en 1818;zware sterfte onder het vee in 1769.

Tijdens de landing der Engelschen en Russen in Noord-Holland (1799) werd de B. slechts ééns (6 Oct.) verontrust door een 50-tal engelsche dragonders, die na een kort gevecht met den voorpost van generaal Daendels weder aftrokken. In de B. woonde eenigen tijd Elizabeth Wolff, geboren Bekker (zie BEKEER).

< >