Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dionysius (portugal)

betekenis & definitie

koning van Portugal, geb. te Lissabon 1261, gest. 1325, volgde 1279 zijn vader Alfons III op, en verdiende de schoone eernamen van Vader des Vaderlands, vrijgevig Koning en landbouwlievend Koning, door de instellingen, die hij aan zijne onderdanen gaf, om het volk te vrijwaren tegen de knevelarijën der landheeren, en om de schoone kunsten en den landbouw aan te moedigen. Hij voerde met goed geluk oorlog tegen Castiliê en Aragonië, ter verdediging van de regten der infanten van Lara.

In 1310 koos hij met warmte de partij der Tempelhoeren, en hield hunne onschuld staande. Toen de orde in 1312 ontbonden was, nam hij al de leden, die er toe behoord hadden, op in eene nieuwe orde, die hij zes jaren later (1318) in Portugal stichtte onder den naam van Christus-orde. Hij stichtte ook de eerste portugesche universiteit (te Coimbra, 1291), en schiep eene zeemagt.

< >