De Chinesche taal behoort tot die talen van Oost-Aziê, die gewoonlijk de een-lettergrepige genoemd worden. Ieder woord drukt op zich zelven een denkbeeld of een voorwerp uit, en eindigt of met eene lokaal, of met een tweeklank, of met een neusklank.
Vele woorden worden echter op vier- of vijfderlei wijze uitgesproken,en verschillen naar gelang van de uitspraak in beleekenis. Daarbij komt nog, dat een en het zelfde woord met de zelfde uitspraak menigmaal verscheidene geheel verschillende beteekenissen heeft. Voor de zuiverste en meest juiste uitspraak houdt men het Chineesch zooals het in Nanking algemeen gesproken en verstaan wordt, de zoogenaamde Mandarijnen-taal.Het Chinesche schrift is geen letterschrift, maar een schrift dat bestaat uit teekens, die elk op zich zelven een woord vormen; hunne gebeele schrijfwijze is slechts eene tot meer volkomenheid gebragte methode, ontleend aan het hiéroglyphen-schrift der oude Egyptenaren. Het aantal dezer teekens of sinogrammen in de chinesche schrijfwijze is verbazend groot; in den Theeoe-wei dictionnaire komen er ruim 33 duizend, in Andere woordenboeken tot bij de 40 duizend voor. De historiographen der keizerlijke akademie zijn verpligt 9 duizend van die teekens te kennen, en de geleerden maken tegenwoordig in hunne geschriften ongeveer van 3 duizend verschillende sinogrammen gebruik. Wie echter de 2500 teekens kent, die in de werken van Confucius en zijne leerlingen voorkomen, kan zich in staat achten om alle geschriften op het gebied van geschiedenis en wijsbegeerte te verstaan. Daar het aanleeren var. zulk een ontzaggelijk aantal teekens (33 a 40 duizend) zelfs voor de Chinezen zelven een schier onoverkomelijk struikelblok zou wezen, om hunne geschrevene taal te leeren verstaan, volgt men sedert lang (ook in alle chineesch-europesche woordenboeken)'het stelsel, om al die teekens onder grondwoorden of zoogenaamde sleutels te brengen. Zulke sleutels heeft men er 214 aangenomen, die in zekeren zin te beschouwen zijn als het chinesche alphabet. Door aan zulk eenen sleutel een klankteeken of phonogram toe te voegen, krijgt men een ander woord; en daar men zich van ongeveer vijf honderd zulke phonogrammen in het Chineesch bedient, kan ieder grondwoord 500-voudig worden gewijzigd, ongerekend de zamengestelde woorden (2 sleutels bijeen gevoegd), die insgelijks de zelfde wijzingen ondergaan kunnen, zoodat het getal woorden of teekens eigentlijk zou kunnen worden uitgebreid in het oneindige. Daar intusschen in de woor-
denhoeken ai de wijzigingen, die het grondwoord ondergaat, gerangschikt staan onder het grondwoord (d. i. den sleutel), heeft men 214 rubrieken, onder welke men ieder woord op zijne plaats vindt, zooals men in een woordenboek der met letterschrift geschrevene talen ieder woord vindt staan op zijne alphabetische plaats.
De Chinesche letterkunde is ontcgenzeggelijk de meest omvattende en tevens de gewigtigste van geheel het Oosten. De oudste gedenkstukken van chinesche poezij, geschiedenis, wijsbegeerte en wetgeving zijn vervat in de King, of vijf kanonieke hoeken, in de 6e eeuw v. Chr. hijeengebragt door Coufueius. Dit zijn: 1) Y-king of liet boek der gedaante-verwisselingen (latijnsche vertaling van Mohl, 2 dln. Stutgart 1852); 2) Sjoeking, het boek der annalen, slechts in fragmenten aanwezig (Chineesch en Engelsch van Medhurst, Sjanghai 1846); 3) Sji-king, het boek der liederen (Latijn van Mohl,Stutg. 1830; üuitsch van Rückert, Allona 1833); 4) Tsjuun-tsieeu, geschiedenis der afzonderlijke rijken, van 770 tot op den tijd van Confucius; en 5) Li-ki, het boek der ceremoniën of zedenspiegel. De overige werken van Confucius en van Lao-tse en van beider leerlingen onvermeld latende, volstaan wij met te zeggen, dat de chinesche letterkunde zeer rijk is aan werken over geneeskunde, natuurlijke historie, stemkunde, uranographie, geometrie, landbouw, krijgskunde, muziek en alle takken van werktuigkunde en kunstvlijt. Verscheidene chinesche woordenboeken zijn in wezen; maar de voornaamste plaats in China's letterkunde wordt ontegenzeggelijk ingenomen door de werken over historie en geographie. Ook vooral romans en vertellingen zijn talrijk; poëzij en dramatische produkten insgelijks. De rijkste verzamelingen van chinesche boeken in Europa vindt men te Parijs, Londen, Berlijn, Munchen en Petersburg. Eene geschiedenis der chinesche letterkunde bestaat er nog niet. Vergelijk Schott’s Beschreibung der chines. Lltcratur (Berlijn 1852) en Bazin’s Le siècle des Youen (2 dln. Parijs 1853).