markiezin van Verneuil, dochter van François d’E., gouverneur van Orléans, en Maria Touchet, de bijzit van Karêl IX. Na den dood van de schoone Gabrielle boezemde zij eenen sterken hartstocht in aan Hendrik IV, die zoo ver ging, dat hij haar eene schriftelijke belofte van zijne hand wilde geven haar te zullen trouwen, welk stuk, reeds door hem onderteekend, echter door Sully verscheurd werd; toen Hendrik in den echt trad met Maria de Medicis toonde Mlle. d’E. zich daarover zeer verbolgen; om haar te sussen gaf de koning haar het markiezaat Verneuil ten geschenke; dit belette echter niet, dat zij eenigen tijd daarna deel nam aan eene samenzwering, waarvan haar vader en haar broeder, de graaf van Auvergne, de raddraaiers waren.
Beiden werden ter dood veroordeeld; doch op het dringende aanhouden van Mlle. d’E. werden beiden begenadigd. Daarop verwijderde zij zich van het hof, en stierf in 1633, op 50-j. leeftijd. Zij had bij Hendrik IV een zoon (den hertog van Verneuil) en eene dochter (die de vrouw werd van den hertog van Epernon).
