Koude voetbaden mogen slechts enkele minuten duren, warme dikwijls een kwartier of langer. Voor afleiding van het bloed uit het hoofd (b.v. bij congestiehoofdpijn) neemt men een V. van hooge temperatuur (tot 45°) en verhoogt de inwerking op de huid nog door toevoeging van soda, zout (2 handenvol), mosterd enz.
Moet het V. slechts oplossend of verweekend werken, dan gebruikt men zuiver water of zeepwater, van ongeveer 36°. Daar alle warme voetbaden (boven 35°), inz. die van hooge temperatuur en met een der genoemde toevoegsels versterkt, niet alleen den bloedsaandrang naar de beenen vermeerderen doch tegelijk een overvulling met bloed van de bekkenorganen (darmen, inwendige geslachtsorganen, baarmoeder) teweegbrengen, moet het gebruik ervan bij alle prikkelingstoestanden dezer organen (menstruatie, zwangerschap) worden nagelaten. Een bijzondere vorm van warm voetbad is het voetdampbad; men kan dit toepassen, door den voet op een stoel met open rieten zitting te leggen, een pot met kokend water er onder te plaatsen, en het geheel met een wollen deken te bedekken. Een tegenovergestelde werking oefent een koud V. (10—20°) uit; hierbij wordt het bloed naar het bovenlichaam (hoofd, borst) gestuwd, zoodat personen, die aan bloedsaandrang naar deze deelen lijden, geen koud V. moeten nemen.Zoowel de koude als de heete voetbaden hebben een belangrijken invloed op den bloedsomloop en kunnen bij gevoelige personen, bij bestaan van hart- of longaandoeningen enz. aanleiding geven tot het optreden van flauwten en andere stoornissen, zoodat in het algemeen deze baden slechts mogen toegepast worden op raad van den geneesheer.