inrichting, waarin lijders aan sommige chronische ziekten behandeld worden, voornamelijk met hygiënische en physische methoden. Een S. moet gelegen zijn in een geschikt klimaat (afhankelijk van de er te behandelen ziekte) en onder bestuur staan van een geneesheer.
Het meest verbreid zijn de sanatoria voor longlijders (teringlijders). Deze eischen een gematigd klimaat, zonder groote overgangen; zuivere lucht (dus niet in de nabijheid van steden); beschutting voor koude winden. De beste inrichting is het paviljoenstelsel, waarbij in ieder paviljoen slechts weinig zieken mogen ondergebracht worden; het geheel moet omgeven zijn door een uitgestrekt park. Ieder paviljoen moet voorzien zijn van een op het zuiden gelegen veranda (of beter nog een draaibare lighal), met bedden of chaises longues, waarin de lijders een groot deel van den dag doorbrengen. In de vertrekken en ziekenkamers moet alles gemakkelijk te ontsmetten zijn (dus geen kleeden en overgordijnen), de ventilatie mag niets te wenschen overlaten. De verwarming zij centraal, de verlichting electrisch.
De ondervinding heeft geleerd, dat deze sanatoria geen bron van besmetting zijn voor de omringende plaatsen. Een voorname plaats in de behandeling bekleedt de open-luchtkuur; iedere zieke brengt een zoo groot mogelijk deel van den dag (door den geneesheer te regelen) door in de veranda of lighal, beschut voor te groote warmte en koude. Hiermede worden verbonden ademhalings-oefeningen, langzamerhand verder uitgestrekte wandelingen, waterbehandeling, krachtige voeding.