Gepubliceerd op 14-06-2022

Retentio urinae

betekenis & definitie

terugblijving van urine in de blaas; deze kan zijn volledig of onvolledig. Is zij compleet, dan wordt de blaas sterk uitgezet en boven de schaambeenverbinding (symphysis) zichten voelbaar, als een zwelling, die zelfs tot boven den navel kan reiken.

Is de lijder niet bewusteloos, dan gevoelt hij een hevigen aandrang tot urineeren. Gelukt het aan de spanning der blaas niet den weerstand te overwinnen (in welk geval chronische, onvolledige R. optreedt), dan verergeren de verschijnselen, de pijn wordt ondraaglijk en de dood kan optreden, zonder koorts of infectieverschijnselen. Het bersten der blaas komt zelden voor, doch indien dit plaats heeft veroorzaakt het een buikvliesontsteking. Bij de onvolkomen R. kan de lijder wel urineeren, maar is hij niet in staat zijn blaas geheel te ontledigen. De lichtste graad is dat de zieke langer moet wachten en harder moet persen, voor de urineloozing begint, terwijl er na afloop daarvan nog wat urine in de blaas blijft. Bij R. treedt meestal vroeger of later ontsteking der blaas op.

De oorzaken der R. zijn: gezwellen in de blaas, vernauwing (strictuur) der pisbuis, vergrooting (hypertrophie) der voorstanderklier, kramp of verscheuring der pisbuis, blaas- of pisbuissteen. Behalve door deze aandoeningen der urinewegen kan het verschijnsel veroorzaakt worden door zenuwziekten (ruggemergstering, Pott’sche ziekte, multiple sclerose, beroerte, verwondingen van het ruggemerg, enz.), en bij zware koortsige en andere ziekten, waarbij de lijder geheel of ten deele bewusteloos is. In het eerste geval ligt de oorzaak der R. dus in een hindernis in de afvloeiing, die de normale of zelfs hypertrophische blaaswandspier niet in staat is te overwinnen, terwijl in de tweede reeks van gevallen de oorzaak ook kan liggen in een geheele of gedeeltelijke verlamming van de uitdrijvende blaaswandspier (ook wel in kramp van de sluitspier). Kan de oorzaak der retentie niet spoedig worden weggenomen, dan is catheteriseeren dikwijls noodig; dit moet door een geneesheer geschieden, om infectie van de blaas te voorkomen. Slechts in uitzonderingsgevallen kan het noodig zijn de blaas door den buikwand heen te ontledigen door punctie met een daarvoor bestemd instrument (trocar of troicart).

< >