Gepubliceerd op 14-06-2022

Quarantaine

betekenis & definitie

Schepen op een zeereis een haven willende aandoen, kunnen gevaar opleveren voor het overbrengen van een besmettelijke ziekte (b.v. pest, gele koorts, Aziatische cholera), wanneer de vaartuigen een plaats hebben bezocht, waar zulk een ziekte heerscht, of wanneer zij aan een dergelijke ziekte lijdende passagiers of bemanning hebben. Ook al is er bij aankomst van een besmet schip geen enkele zieke aan boord, dan is toch de mogelijkheid niet uitgesloten, dat het besmette schepelingen herbergt, aangezien een zekere incubatie-tijd voor het aan den dag treden der ziekte noodig is, welke langer of korter kan duren, doch hoogstens gesteld werd op 40 dagen.

Wanneer derhalve een besmet schip met zijn passagiers 40 dagen op een afgezonderde plaats werd aangehouden en er dan nog geen besmettelijke ziekte uitbrak, kon men zeker zijn, dat het vaartuig geen gevaar voor de plaats van bestemming opleverde, en werd dan toegang verleend. Van die verplichte afzondering gedurende 40 dagen is de naam quarantaine herkomstig; in ons vaderland waren dergelijke quarantaineplaatsen Tien Gemeten en Wieringen. Men beoogde aldus volstrekte wering van besmettelijke ziekten van de zeezijde. Allengs is men echter tot de overtuiging gekomen, dat de zware offers, welke deze strenge maatregelen van handel en scheepvaart vorderden, niet in evenredigheid stonden met het nut, dat men met de handhaving ervan bereikte. Onder den invloed dier nieuwe richting kreeg men voor ons vaderland de meer vrijzinnige wet van 28 Maart 1877, Ned. Stbl. no. 35, „tot wering van besmetting door uit zee aankomende schepen” en voor Ned.-Indië de ordonnantie van 11 Febr. 1892, Ind. Stbl., no. 44.

Volgens die beginselen kunnen de door de sanitaire autoriteit gezond bevondenen onmiddellijk het als besmet beschouwde schip verlaten; wordt er voor besmetting gevreesd, dan gaat aan de toelating ontsmetting vooraf. Dit is het z.g. revisie-stelsel.

< >