bloedingen in de huid, zich voordoende in de gedaante van kleine puntjes (petechien), strepen (vibices) of grootere plekken (ecchymosen).
P. is een verschijnsel, dat zeer veel verschillende oorzaken kan hebben, o.a. vlooiebeten, in den regel echter wijst ’t op algemeene aandoeningen. Zoo vindt men P. bij cachectische personen (tuberculose, kanker), bij de zware vormen van infectieziekten (pokken, roodvonk, typhus), bij vergiftiging met chinine, alcohol, phosphorus, arsenicum en een groot aantal andere stoffen. Verder komt P. voor als hoofdverschijnsel bij scheurbuik, peliosis rheumatica, Werlhof’sche ziekte (bloedvlekziekte of P. baemorrhagicu). Ook sterke stuwing kan P. te voorschijn roepen (kinkhoest, aanval van vallende ziekte). Bij kinderen komt een snel doodelijk verloopende P.-vorm voor, de P. fulminant, die echter wellicht niets anders is dan een haemorrhagische vorm van pokken of roodvonk. Bij de haemophilie (bloederziekte) treden na geringe beleedigingen huidbloedingen op.
