is de ziekte, die in het dierlijk organisme ontstaat door besmetting met den tuberkelbacil, door Robert Koch in 1882 ontdekt. De besmettelijke aard van de ziekte werd reeds vroeger door tal van onderzoekers met meer of minder groote zekerheid verondersteld; bewezen werd deze echter eerst, toen het Koch gelukte uit de ziekteproducten een bacterie te isoleeren, en in reincultuur, d.i. vrij van alle andere bacteriën, voort te
kweeken, die, in het gezonde lichaam van voor de besmetting vatbare dieren gebracht, onveranderlijk dezelfde ziekte, tuberculose, deed ontstaan, en in het lichaam van de aldus ziek gemaakte dieren en de daaruit afgescheiden ziekteproducten met zekerheid weer kon worden teruggevonden.
De wegen, waarlangs de mensch door den bacil besmet kan worden, zijn drieërlei : door de longen (met de inademingslucht), door de ingewanden (met het voedsel) en door de huid (door een verwonding). Bij besmetting langs den laatsten weg ontstaat gemeenlijk slechts een plaatselijke infectie, zonder verdere gevolgen voor het geheele lichaam. Langs de beide eerste wegen, vooral langs den eersten, komt een infectie van het lichaam tot stand, en ontstaat de long- of ingewandstuberculose.
Geheel onvatbaar voor de besmetting gedurende ’t geheele leven zijn maar zeer weinigen, mogelijk zelfs niemand. Bij verreweg de meesten leidt de besmetting echter niet tot het uitbreken der eigenlijke ziekte, maar weet het lichaam door zijn natuurlijk weerstandsvermogen den aanval af te slaan. In de ziekenhuizen worden bij de lijkopeningen telkenmale de sporen gevonden van een vroeger doorstane invasie van den bacil, die gestuit werd, vóórdat het tot algemeene gevolgen kwam. Door sommige onderzoekers werd aldus een met den leeftijd gestadig toenemende besmetting geconstateerd; bij jonge kinderen nog maar zelden, op volwassen leeftijd, boven de 30 jaar, in 99 pCt. van alle gevallen.
Al deze dooden hadden in hun leven geleden aan tuberculose, de meesten echter in zoo geringe mate, dat de ziekte zich niet, of nauwelijks door eenig verschijnsel, had geopenbaard. Was het lichaam echter niet krachtig genoeg geweest, dan had de bacil zich verder kunnen ontwikkelen en een algemeene ziekte tot stand gebracht. Dan eerst was ontstaan wat men in het dagelijksch leven onder tuberculose verstaat. Bij de kinderen meest een ingewands- of juister nog: darmtuberculose, bij de volwassenen een longtuberculose, maar naast deze, of afzonderlijk, ook tuberculose van allerlei andere organen. De tuberculeuse aandoeningen der verschillende organen zijn bij de bespreking dier deelen behandeld. Zoo vindt men T. der lympheklieren bij klierziekte, T. der gewrichten bij tumor albus, T. der huid bij lupus, T. der beenderen bij beeneter besproken.