Mout noemt men het product, dat men verkrijgt, wanneer men gerst of ander koren aan het kiemen brengt, en dit kiemen weer kunstmatig door drogen doet ophouden. Door dit proces ontstaat er in het koren een omzetting van het zetmeel in dextrine en suiker, zoodat het werk der spijsvertering voor een groot deel reeds is verricht.
In de geneeskunde wordt een afkooksel (1 theelepel gerstemout op 1 kop water of bouillon) als voedend en hoestverminderend middel bij slepende longcatarrhen voorgeschreven. Met toevoeging van citroensap of honig met azijn wordt het ook bij scheurbuik gebruikt. Men kan met deze vloeistof ook gorgelen bij prikkelingstoestanden van de keel. Bij huidziekten worden baden voorgeschreven in water, dat verscheidene uren op 5—10 pond mout gestaan heeft.
