Gepubliceerd op 14-06-2022

Lippen

betekenis & definitie

de randen van den mond, zijn in de middellijn door een klein toompje met het tandvleesch verbonden. Zij zijn aan de binnenzijde met slijmvlies bekleed, dat slechts een voortzetting van de huid vormt en zich van deze door zijn grootere teerheid en roode kleur, een gevolg van zijn overvloed van bloedvaten, onderscheidt.

Den hoek, waar de onder- en bovenlip samenkomen, noemt men mondhoek of commissuur. De gevoelzenuwen der L. stammen van de drielingszenuw, de bewegingszenuwen van de gelaatszenuw. De lippen spelen een belangrijke rol bij kauwen en spreken, zingen, fluiten, enz. Scheeve stand der lippen, het lager staan van een der mondhoeken, gepaard met onmogelijkheid tot fluiten, wijzen op verlamming van de gelaatszenuw. De lippen moeten voortdurend vochtig gehouden worden; waar dit onvoldoende het geval is, ziet men kloven ontstaan, z.g. springende lippen (zie ook Lippenpommade). De L. vormen, vooral bij den man, een geliefkoosde zitplaats voor kanker; men heeft dit wel in verband gebracht met het rooken uit steenen pijpen. Het meest voorkomende vormingsgebrek is de hazenlip, zie aldaar.

< >