Clysma. Vroeger wendde men, om stoelgang op te wekken, een clysma aan, d.i. men bracht door middel van een clysteerspuit een zekere hoeveelheid water door de aarsopening in den endeldarm. De spuit is in den laatsten tijd door de Hegar’sche lavementen overbodig geworden.
De hiertoe noodige toestel bestaat uit een waterreservoir, een caoutchouc buis en een pijpje (canule), dat in de aarsopening wordt gebracht. Het reservoir heeft van onderen een opening, waarin de buis uitkomt. Desnoods kan ook een groote trechter gebruikt worden. Vult men het reservoir, dan zal het water onder zekeren druk, des te grooter naar mate het reservoir hooger boven de aarsopening gehouden wordt, in den darm vloeien. De canule wordt van te voren met olie of vaseline ingesmeerd, en mag nooit met geweld naar binnen gebracht worden. De zieke ligt zoo mogelijk op de linker zijde, of zoo dit niet kan, op den rug met opgetrokken knieën, en een zeiltje onder zich.
Hij moet gedurende het inbrengen rustig ademhalen, en daarna trachten de vloeistof zoo lang mogelijk binnen te houden. Degene, die het L. moet zetten, houdt met de linkerhand de billen uit elkaar, terwijl hij met de rechter voorzichtig de canule invoert. Men onderscheidt:1. Afvoerende L.; ½ —1 L. water van ongeveer 32° C. Soms moeten hieraan sterk prikkelende stoffen worden toegevoegd, echter is het zaak hiermede voorzichtig te zijn. Bij z.g. hooge L. zit aan de canule een slap verlengstuk, b.v. een caoutchouc buis, dat in den endeldarm gevoerd wordt; hierdoor laat men tot 2 L. vloeistof inloopen.
2. Reinigingslavementen, b.v. voor een operatie; hebben ten doel een deel van den darm te reinigen.
3. Stoppende L.; 60—100 gr. der stoppende vloeistof tot 35° C. verwarmd, wordt langzaam ingebracht. Meestal wordt hiervoor gebruikt een afkooksel van stijfsel, lijnzaad, enz.
4. Voedingslavementen. Deze worden voorafgegaan door een reinigingslavement; hoeveelheid en temperaturen als bij stoppende L. Men gebruikt hiervoor water, melk, eieren, suiker, zout, wijn, enz.
5. L. bij groot vochtverlies, b.v. bij cholera of na hevige bloeding. Hiervoor wordt een lauwe keukenzoutoplossing genomen van plm. 1 pCt.
6. Jodoformlavementen; bij dysenterie wel aangewend.