geestesziekte, geestesstoornis, zielsziekte, psychose, enz. noemt men verschillende ziekten der hersenen, en wel vnl. der grijze hersenschors. Wordt de geestelijke werkzaamheid der hersenen in haar geheel of slechts in een enkele richting (b.v. het waarnemen, denken of willen) blijvend of in gestadig terugkeerende (koortsvrije) aanvallen gestoord of geheel opgeheven, waardoor ongeschiktheid voor een logisch geregelden gedachtengang en zedelijk willen en derhalve voor een verstandig handelen ontstaat, dan noemt men dien toestand zielsziekte, en zulk een zieke een gek, zielszieke, krank- of waanzinnige, ontoerekenbare, iemand, die van zijn verstand beroofd is.
De ziekelijke toestand der hersenen, welke de grondslag van een zielsziekte is, bestaat in een storing in de hersenschors, welke evenwel bij ontleedkundig onderzoek niet steeds wordt gevonden. Zeker is reeds een uiterst geringe chemische en physische verandering der hersensubstantie voldoende, om een stoornis in de geestelijke werkzaamheid der hersenen te veroorzaken; dergelijke fijnste, met de bestaande hulpmiddelen nog niet aantoonbare veranderingen der hersensubstantie zijn ongetwijfeld de grondslag van al die psychische ziektevormen, waarbij tot heden het onderzoek nog geen veranderingen kon aantoonen. Wat de bijzondere vormen der geestelijke storingen betreft, heeft de wetenschap verscheidene onderscheidingen gemaakt; de eenvoudigste en gebruikelijkste indeeling onderscheidt de verschillende zielsziekten, naar gelang zij op een ziekelijke verhooging of vermindering resp. verlamming der werkzaamheid van het gevoel, den wil of de voorstelling berusten, als: melancholie of droefgeestigheid, manie of dolheid, onnoozelheid, idiotisme, enz. Natuurlijk moet men zich niet voorstellen, dat de verschillende vormen altijd aan even streng van elkander te onderscheiden ziektebeelden beantwoorden ; in vele gevallen vereenigen eenige van die ziektetoestanden zich of zij treden op naast elkander, als verschillende, op elkaar volgende stadiën in het verloop van een en dezelfde geestesziekte. Men kan dan ook van primaire en secundaire zielsziekten spreken. Bij de eerste vormen zijn minder de intellectueele handelingen (voorstelling, gevolgtrekking, denken) dan het gemoed (de wijze van voelen en zijn gevoelens te uiten) en het streven en willen gestoord, waarom zij dan ook meestal als gemoedsziekten beschouwd worden; daarentegen is bij desecundaire zielsziekten de werking van den geest op den achtergrond gedrongen, het denken abnormaal geworden, het bewustzijn verduisterd, terwijl voortdurend meer vaste waandenkbeelden te voorschijn komen, welke ten slotte de geheele geestelijke persoonlijkheid van den zieke blijvend veranderen. Terwijl de primaire (met andere woorden de beginnende) zielsziekten bij tijdige en doelmatige behandeling dikwijls uitzicht op genezing bieden, zijn de secundaire, uit die psychosen gesproten toestanden bijna altijd ongeneeslijke aandoeningen. Zie overigens bij Zielsziekten.