het voorkomen van haemoglobine in de urine; deze is dus bloedrood gekleurd, zonder dat de bloedbolletjes zelf er in voorkomen. Dit verschijnsel kan voorkomen bij zware vormen van verschillende infectieziekten, b.v. typhus, roodvonk, diphtherie, pokken, en vooral ook bij sommige zware malariavormen; verder bij sommige vergiftigingen, o.a. met zwavelwaterstof, chloorzure kali, enkele champignonsoorten, enz.
Ten slotte bestaat er een aandoening, paroxysmale H. genaamd, waarbij na sterke afkoeling van gedeelten van het lichaam aanvallen optreden van H., meestal beginnende met een koude rilling en koorts en vergezeld van geelzucht; de meeste hierdoor aangetaste personen leden vroeger aan Syphilis.