Arthritis. Ontsteking, in het algemeen ziekte van de verschillende deelen, die een gewricht samenstellen en van de naaste omgeving. In het algemeen kan de G. veroorzaakt worden door verwondingen, overinspanning, rheumatische invloeden (b.v. doornat worden), infectieziekten, enz.
De verschijnselen van een acute G. zijn de volgende: veelal onder koorts treden in het gewricht brandende pijnen op; de omgeving zwelt op, de opperhuid wordt ter plaatse rood en abnormaal warm; vooral drukking en beweging zijn zeer pijnlijk. In vele gevallen grijpt nu afscheiding van waterachtig vocht in het gewricht plaats; gedurende het verder verloop kan dit opgeslorpt worden; soms ook wordt het etterig, of blijft er eenig vocht in het gewricht en wordt de aandoening chronisch. In andere gevallen wordt in het geheel geen vocht afgescheiden, doch treden woekeringen op van het kraakbeen in het gewricht.
Een bijzondere vorm van G. is de Arthritis deformans (zie aldaar); bij deze slepende aandoening, die vooral voorkomt onder de lagere klassen (Arthritis pauperum) en op hoogeren leeftijd, treedt woekering en verval op van het kraakbeen, dat de gewrichtsuiteinden bedekt. Dientengevolge ontstaan belangrijke misvormingen der gewrichten (vooral aan de handen dikwijls zeer duidelijk uitgedrukt) en sterke belemmering in de beweeglijkheid. Soms wordt slechts één gewricht aangetast en dan wel meestal de heup (malum coxae senile); in andere gevallen is voornamelijk de wervelkolom aangedaan (Spondylitis deformans). De ziekte kan tientallen van jaren duren, maar heeft in het algemeen een voortschrijdend karakter.
Een andere vorm van G. wordt veroorzaakt door de druiper-infectie. Deze gonorrhoische of hemorrhagische arthritis zetelt ’t meest in de knie, en tast overigens betrekkelijk dikwijls gewrichten aan, die bij gewrichtsrheumatisme bijna altijd verschoond blijven, b.v. het gewricht tusschen borstbeen en sleutelbeen en het kaakgewricht. De pijn is meestal hevig, beweging van het gewricht geheel onmogelijk; verettering treedt zelden in; deze ziekte neigt tot blijvende stijfheid der zieke gewrichten.
Ook de tuberculeuse infectie kan oorzaak zijn van G.; zie daaromtrent bij tuberculose.
Elk ontstoken gewricht geve men door ligging en eventueel door verband rust; dikwijls, vooral bij knie en heup is een licht gebogen houding de meest aangename. Men kan deze houding aan het lid geven door kussens; vooral lette men er op, dat elk gedeelte van het lid ondersteund wordt. Zijn de pijn en de zwelling belangrijk, dan doen plaatselijke bloedonttrekking (8—12 bloedzuigers) en koude omslagen dikwijls veel goed. Ontstaat ettering, dan is heelkundige hulp niet te ontberen. De nieuwere heelkunde heeft goede resultaten verkregen door opening der zieke gewrichten, gevolgd door uitspoeling met antiseptische vloeistoffen. Bij Arthritis deformans ziet men soms goede gevolgen van de toediening van joodkalium, plaatselijke aanwending van ichthyolzalf.
Verder is hier een behandeling met massage en heilgymnastiek, warme baden of zoutbaden (1—5 K.G. per bad) en heete zandbaden dikwijls nuttig. Onder de badplaatsen komen het meest in aanmerking Teplitz, Wildbad, Nauheim, Mariënbad, Franzensbad, Oeynhausen, Köstritz, Wiesbaden en andere.