zijn door hun groot gehalte aan eiwitstoffen (ongeveer 25 pCt.) en koolhydraten, vooral zetmeel (ruim 50 pCt.) en 2 tot 3 pCt. vet, waarbij nog eenige gewichtige zouten, een uitstekend voedingsmiddel. Gedroogd bevatten zij nog eenig water, ongeveer 12 tot 16 pCt.
Daar de eiwitstoffen, legumine of plantencaseïne genoemd, door snel koken in een vaste, bijna onoplosbare stof overgaan, moeten erwten 10 tot 12 uren in koud water onder toevoeging van soda (een mespunt vol op een liter water) geweekt en daarna door geleidelijke verwarming zachtjes aan den kook gebracht worden.E. werden vroeger gebruikt om fontanellen (zie aldaar) open te houden. Zij zijn een der meest voorkomende vreemde lichamen in het oor bij kinderen.
