bloedsaandrang, verhoogde toevoer van bloed naar een bepaald lichaamsdeel (zie Circulatiestoornissen). Zij kan veroorzaakt worden door natuurlijke processen, b.v. de spijsvertering, door sommige artsenijen, door ontsteking, en door vermindering van het bloedgehalte van andere lichaamsdeelen.
Het zuurstofverbruik van een orgaan neemt met zijn verhoogde functioneele werkzaamheid toe en daar de toevoer van zuurstof slechts door het bloed kan plaats hebben, moet meer bloed aangevoerd worden, zoodra grooter eischen aan het arbeidsvermogen van een orgaan gesteld worden. Zoo zien wij o.a. bij ingespannen geestesarbeid (hersenfunctie), dat bloed naar de hersenen toestroomt; het hoofd wordt warm en rood; men ziet de oppervlakkige slagaderen aan het voorhoofd en de slapen duidelijk pulseeren; dezen toestand noemt men meer in het bijzonder C.
Gedurende het spijsverteringsproces, vinden wij C. in de buikorganen: maag, lever, darm, buikspeekselklier, enz. Het gevoel van volheid, zwaarte en drukking, enz. na het eten is niet alleen aan de mechanische vulling der maag met spijzen te wijten; voor het grootste gedeelte moet het op rekening van de overvulling der bloedvaten van die organen gesteld worden. Hetzelfde wordt gedurende den bijslaap in de geslachtsorganen van man en vrouw waargenomen; de erectie en de zaadloozing eenerzijds en een rijkelijke slijmafscheiding anderzijds worden door den verhoogden toevoer van bloed naar de desbetreffende organen teweeg gebracht. Het grooter bloedgehalte der in werking zijnde organen veroorzaakt vermindering der bloedmassa in de andere, zich in relatieve rust bevindende organen. Na een overvloedigen maaltijd valt geestelijke arbeid ons zwaar, kan zelfs onmogelijk worden en omgekeerd lijdt de spijsvertering bij ingespannen geestesarbeid. Wat zoo door natuurlijke functie der organen geschiedt, kan ook door opname van bepaalde stoffen ontstaan. Hiertoe behooren de alcoholische dranken, met hun kunstmatige vermeerdering van den bloedtoevoer naar de hersenen; verder de drastische afvoermiddelen en de stoffen, welke een prikkeling der geslachtsorganen, en ten slotte nog die middelen, welke op de plaats, waar zij aangewend worden, prikkeling en ontsteking teweeg brengen.
Wij hebben gezien, dat door verhoogden bloedtoevoer van een orgaan zich bloedarmoede in een ander orgaan ontwikkelt. Hetzelfde verband bestaat ook in omgekeerde richting, d.w.z. dat door een kunstmatig verkregen bloedgebrek in een orgaan, een verhoogde bloedtoevoer naar andere deelen teweeg gebracht wordt. Trekken b.v. onder de werking van koude de vaten der huid samen, dan vermindert het bloedgehalte daarin, maar daardoor wordt dit in de dieper liggende deelen grooter. Van dit verband wordt door de geneeskunde dikwijls partij getrokken. Na groote bloedverliezen, ds hart en hersenen door bloedsgebrek dreigen stil te staan, of buiten werking te treden, voert men aan die voor het leven gewichtige organen .bloed toe, door één of beide beenen een tijd hoog te houden en dan stijf in te zwachtelen, waardoor zij bloedledig worden (Autotransfusie).
Verhoogde bloedtoevoer naar een ziek orgaan kan bedenkelijke gevolgen hebben. Congesties naar het hoofd kunnen gevaarlijk worden voor personen, wier vaatwanden ontaard zijn, daar door verscheuring van een bloedvat een bloeduitstorting in de hersenen kan volgen (zie Beroerte). Op dezelfde wijze is het gesteld bij ziekten der longen en van andere organen. Steeds moet dus alles vermeden worden, wat groote eischen aan het arbeidsvermogen van zieke organen stelt. Een lijder aan een longkwaal mag niet hard loopen, veel spreken, bergen beklimmen; een ontstoken oog niet lezen of voor fijn werk gebruikt worden en een vrouw met ondcrbuikslijden moet geslachtelijke opwekking vermijden. De lijder aan C. naar het hoofd moet vermijden inspanning van geest, opwinding, het gebruik van geestrijke dranken; warme baden, slecht geventileerde, door veel personen bezochte lokalen, zooals theaters, zijn voor zulke zieken schadelijk. Is de C. reeds ingetreden, dan moeten koude of ijsomslagen op het hoofd gelegd of een warm voetbad aangewend worden; verder mosterdpappen op de kuiten, en hoogligging van het hoofd.