grijze Staar, noemt men troebeling der ooglens. De meest voorkomende vorm is de seniele cataract of ouderdomsstaar.
Deze treedt eerst na het 50ste jaar op, en treft meestal beide oogen, maar niet te gelijk. Behalve deze onderscheidt men een aangeboren C, C. bij suikerziekte, een traumatische C., door verwonding en C. bij andere oogziekten. Sommige vormen zijn stationnair, andere voortschrijdend of progressief. Van deze laatste is de seniele C. het beste voorbeeld.Bij deze oudejrdomsstaar onderscheidt men 4 stadiën:
1e. de beginnende C. met kleine troebelingen in de lens;
2e de zwellende C. met blauwwitte, sterker troebele en gezwollen lens;
3e. de rijpe C. met dofgrijze of bruinachtige kleur;
4e. de overrijpe C; in dit tijdperk kan de lens in verschillende soorten van ontaarding overgaan.
De bezwaren door C. veroorzaakt zijn: vermindering van het gezichtsvermogen, zien van zwarte vlokken (mouches volant es), slecht zien bij avond hemeralopie) of bij sterk licht (Nyctalopie), enz. De voortschrijdende vormen eindigen in blindheid. De behandeling bestaat in verwijdering der troebele lens (Cataract-operatie), die op het juiste oogenblik moet plaats hebben. Na de verwijdering is het oog in hooge mate vérziend geworden en moet dus een sterke bolle lens als bril gedragen worden. De voor C. aangeprezen volksmiddelen bevatten meestal atropine; zij geven een voorbijgaande verbetering van het gezicht, door verwijding der pupil, maar hebben geen waarde. Zwarte Staar, zie Amaurose. Groene Staar, zie Glaucoom.
