Door het klimaat gedwongen het grootste gedeelte van ons leven in gesloten vertrekken door te brengen, zijn wij verplicht aan de inrichting dier vertrekken hooge hygiënische eischen te stellen, ten einde de nadeelige werking van een langdurig verblijf .in gesloten ruimten zooveel mogelijk tegen te gaan. Iedere woning moet minstens 3 afzonderlijke vertrekken bevatten, bestemd voor voonkamer, slaapvertrek en keuken.
De inhoud van een slaapkamer moet minstens 20—25 M.3 per volwassene, en 12 M.3 per kind onder de 10 jaar bedragen, dus b.v. voor een gezin van 2 volwassenen en 2 kinderen ±70 M.3 De hoogte der kamers moet minstens 3 M. zijn. Goede ventilatie en goede verlichting zijn van het meeste belang.Een belangrijke factor is de bodem, waarop het huis wordt gebouwd; een goeden bouwgrond vormen steen, leem, zand, mergel, enz.; slecht is een moerassige of opgevulde grond. De bodem moet weinig organische stoffen bevatten, zoodat het aanbeveling verdient, de bovenste laag weg te nemen. De afvoer van water in den bodem moet door goede drainage geregeld worden. De kelder moet boven den hoogsten stand van het grondwater gelegen zijn, en een waterdichte afscheiding moet tusschen fundament en bodem worden aangebracht.
Ook het bouwmateriaal is van groot belang. De muren moeten droog zijn, en een zekere ventilatie toelaten; zij mogen geen ziektekiemen of een geschikten voedingsbodem daarvoor bevatten. Een pas opgetrokken huis van 3 verdiepingen, elk van 5 kamers, bevat ongeveer 85.000 L. water; dit moet er door verdamping grootendeels uit, vóór het bewoonbaar is. Men kan de droogte van een huis beoordeelen door uit de muren op verschillende plaatsen proefjes mortel te nemen, en deze op hun watergehalte te onderzoeken. Het verschijnen van vochtvlekken op de muren berust op totale verstopping der oppervlakkige poriën door water. Ten einde ’s winters een warm, en ’s zomers een koel huis te hebben, moeten de muren slecht warmte geleiden (liefst zeer dik, met een luchtlaag er tusschen in).
De dakbedekking bestaat het best uit pannen of asphaltpap met houtbedekking. De vulling tusschen plafond en vloer moet uit zuivere stoffen bestaan.
Bij het aanleggen van straten houde men in het oog, dat deze het best loopen in de richting Z.O.—
N.W. of N.O.—Z.W. De hoogte der huizen mag de straatbreedte niet overtreffen. Luchtbedervende fabrieken en werkplaatsen moeten zooveel mogelijk geweerd worden.
