buik; faire ventre, uitpuilen, uitzakken: tout fait ventre, alles vult de maag; prendre du ventre, een buikje krijgen; aller ventre à terre, in vliegende vaart rijden, vliegensvlug lopen; se mettre à plat ventre, plat op de buik gaan liggen; fig. kruipen [voor iem.]; avoir qc. dans le ventre, fut in zijn lijf hebben, wat in zijn mars hebben; passer sur le ventre à qn., iem. omverrijden, -rennen, -lopen; iem. de baas zijn; ventre affamé n'a point d'oreilles, een hongerige maag luistert naar geen rede; zie ook: cœur, rentrer I.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk