hoofd, kop; fig. verstand; spits, top, kruin; deux têtes dans un bonnet, twee handen op één buik; tête carrée, 1. stijfkop; 2. heldere kop; 3. Mof; tête éventée, malle kwibus; tête faible, zwakhoofd; tête folle, dolleman; forte tête, kranige kop; knapperd; vrijdenker; mauvaise tête, koppig iemand; quatrième tête, vijfjarig hert; sale tête, gemene snuit; ongunstig voorkomen; tête à perruque, pruikebol; ouwe pruik; tête de ligne, kopstation; eindstation; tête de linotte, ijlhoofd; tête de pont, bruggehoofd; tête de veau, kalfskop; avoir de la tête, oordeel bezitten, een goed hoofd hebben; avoir la tête chaude, een heethoofd, een driftkop zijn; avoir la tête près du bonnet, kort aangebonden, kort van stof, opvliegend, heetgebakerd zijn; avoir la tête dure, een harde kop hebben; avoir la tête froide, koelbloedig zijn; avoir encore toute sa tête, nog bij zjjn positieven zijn; avoir sa tête bien à soi, heel goed bij het hoofd zijn; n’avoir plus la tête à soi, de kluts kwijt zijn; il n'avait pas la tête à cela, zijn hoofd stond er niet naar; avoir une tête de plus ue lui, een hoofd groter zijn dan hij; équipe française conserve la tête, de Franse ploeg houdt de leiding; faire la tête, zijn kop tonen; bokken; faire sa tête, gewichtig doen; faire une tête, raar staan te kijken; se faire une tête, zich grimeren; faire tête à qn., iemand het hoofd bieden; zie ook: faire I.; laver la tête à qn., iemand de oren wassen, iem. de mantel uitvegen; j’y mettrais ma tête à couper, ik zou er mijn hoofd onder durven verwedden, mijn kop er af!; prendre la tête, de leiding nemen; tête à tête, onder vier ogen; à la tête de l'armée, aan 't hoofd van het leger; être (se trouver) à la tête d'un million, over een millioen kunnen beschikken; se jeter à la tête de qn., zich bij iem. opdringen; monter à la tête de qn., iem. naar het hoofd stijgen; ...de tête, hoofd-; kop-; calculer de uit het hoofd rekenen; femme de tête, flinke vrouw; idée de derrière la tête, geheime gedachte (bedoeling); du haut de la tête, uit volle borst, luidkeels; en tête, voorop, vooraan [lopen]; bovenaan; en tête de, aan het hoofd van, bovenaan; vooraan in; par tête, per hoofd; par-dessus la tête, tot over de oren; en avoir par-dessus la tête, er de buik vol van hebben; avoir ...ans sur la tête, ...jaar zijn; autant de têtes, autant d’avis, zoveel hoofden, zoveel zinnen; zie ook: monter II., payer II.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk