raam
In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘De tiejijs steunt dicht bij de wipper’ (‘de brandkast staat dicht bij het raam’). Ook aangetroffen als wip.
• Seg Vader Tram, hei je ’n wipper ope? Piet Bordewijk voelde tocht in zijn nek blazen, keek angstig rond. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 297. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Toch hield Huisinga de wipper in de kieren. Want Daan zou, eenmaal boven, zeer snel een witten zakdoek laten uitfladderen. ¶ Is. Querido, Mooie Karel (1925), p. 291. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.