De borrel naam tikkertje is voor het eerst gevonden in 1886, in het boekje Uit één pen van Justus van Maurik: Nou wou het geval, dat ze op het Karthuizers Kerkhof ‘s middags iemand hadden begraven en dat een van de aansprekers, die een paar tikkertjes te veel had genomen, ampart [sic] was gegaan en bij het hek in slaap viel. De herkomst is niet met zekerheid bekend. 'Men zou kunnen denken aan tikken in de betekenis klinken,' schrijft het WNT, 'doch de verbreiding der beide betekenissen vormt een bezwaar tegen deze associatie.'
Een informant kende tikkertje als verkorting van harttikkertje, een borrel naam die suggereert dat jenever het hart, 'het tikkertje', sneller doet kloppen. Het meest waarschijnlijk is echter dat tikkertje een uitbreiding is van tikje, in de betekenis 'klein beetje'. Toen Van Maurik de borrel naam tikkertje gebruikte, sprak men in Amsterdam ook van een tikkie cognac of een tikkie klare. Tikkertje is vooral aangetroffen in boeken met volks- en dieventaal. Zo schreef M.J. Brusse in 1903 in zijn bestseller Boejje:
'Hoeveel borreltjes drink je zo op een dag?' 'Jenever? - nooit hoor; altijd bier, alleen op Zaterdag en Zondag 'n enkel tikkertje.' En in 1906 schreef hij in Landlooperij: Bravo voor 't dappere Indische leger, maar 'k wou liever, da'k vijf spie voor 'n tikkertje had. In de tweede helft van onze eeuw is tikkertje ook in Vlaanderen aangetroffen. Van Dale vermeldt deze borrel naam sinds 1898. Het Amerikaans-Engels kent tickler voor 'klein flesje whisky'.