leugen, uitvlucht
In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Ik vertel je geen loentjes.’ In 1916 schreef Charivarius een spotlied op het taalgebruik van Is. Querido in diens succesvolle romanreeks ‘De Jordaan’, getiteld ‘Het lied van mooie Karel uit de Jordaan, een lesje in de Nederlandsche taal’, met daarin de regels:
Ik ben Kaorel, mauje Kaorel uit de Jordaon,
Loentjes zetten doen ik niet,
Vraog het maor aon rauje Griet,
Kek is, hoe m’n briefie sit,
En m’n kaufert [hoed] op m’n pit,
Ik ben Kaorel, mauje Kaorel uit de Jordaon.
• ‘Loentjes! vuile Bochel!’, schold Corry hevig met smaadgezicht, ‘je durf nie!’ ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 159. De schrijver verklaart de betekenis (‘streken, draaierijtjes’) in een voetnoot.
• ‘Zodra er contact tussen de daders en de ouders komt, hangen ze natuurlijk. Die losprijs is een loentje, ’n soort rookscherm.’ ¶ Piet Bakker, Kidnap (1952), p. 44. De schrijver verklaart de betekenis (‘uitvlucht’) in een woordenlijst.