(Cappeine), (Middelburg 20 april 1719-Middelburg 1773). Jurist.
Promoveerde in 1741 te Leiden op twee dissertaties. Was advocaat, eerst in Den Haag en vanaf 1745 te Middelburg. Werd in 1757 pensionaris van Middelburg. Schreef o.a. Verhandeling over het rechterlijk scheiden des huwelijks om eene altoos durende gevangenis van een der echtgenooten (Middelburg 1753; vertaald in het Latijn 1754).LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten. N.N.B. W. III. Dekkers, Bib/iotheca Be/gica, 91.