Wat is de betekenis van altoos?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Altoos

bw., gelijkbet. met altijd, maar minder algemeen gebruikelijk ; het begrip van herhaling treedt meer op de voorgrond. Vooral ook in de bet. van ten minste. Het accent wisselt.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

altoos

(17e eeuw) (arch.) altijd. 'Niet altoos': niet bij iedere gelegenheid. 'Meest altoos': meestentijds, meestal. 'Altoos en altoos weder': tot vervelens toe. • En blijft gij dan altoos bij ons te huis? (Catharina Maria Dóll Egges: De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd. 1834) • Altoos werken; wijl anderen altoos in gen...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

altoos

altoos - Bijwoord 1. op elk moment 2. steeds opnieuw Woordherkomst samenstelling van al en toos Synoniemen altijd, immer

2025-07-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

altoos

in allen gevalle, hoe dan ook: Wij zullen altoos tijdig genoeg komen op dat fraaie kasteel, V. LENNEP3 9, 127.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

altoos

altyd, immer.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

altoos

bw. (te allen keer, altijd, immer).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

altoos

('alto:s) bw. [te alle teug. te allen keer] altijd, met het bijdenkbeeld van herhaling : hij doet het (weer). Syn. ➝ altijd. altoosdurend (du:rənt) bn.

2025-07-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Altoos

staat voor altoges = al-toge + s. Dit toog (met de bijw. s) is gevormd van den verl. tijd van tiegen = trekken (vgl. teug) en bet. dus trek in den zin van gang, tocht (óók van tiegen), keer\ zoo zegt men nog in ’t Friesch: twontig tôche — 20 keer, en vroeger zei men voor: een tocht of een reis doen: een keer doen. Al...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ALTOOS

bw. heeft dezelfde beteekenissen als altijd, komt langzamerhand minder voor, althans in de schrijftaal; het begrip van herhaling treedt meer op den voorgrond. Zie ALTIJD, ALTOOSDUREND, bn. Zie ALTIJDDUREND.