Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ARMENPENNINGEN

betekenis & definitie

Penningen of loodjes (zoals men ze meestal noemde) uitgegeven door de verschillende diakonieën ten behoeve van de door hen ondersteunde armen. Men kende o.m. brood-, kleding-, smout-, turf- en wijnloodjes.

Ook bestonden er bedelaars- en leprozenpenningen alsmede gasthuisloodjes.In tegenstelling tot hun benaming werden de loodjes meestal van tin en koper gemaakt; slechts de oudste exemplaren waren werkelijk van lood. In Zeeland zijn weinig armenpenningen bewaard gebleven. Wanneer ze in onbruik raakten werden ze meestal aan een opkoper van de hand gedaan of versmolten. Het broodloodje van Middelburg was een eenzij dige penning waarop de burcht was afgebeeld waaromheen de letters B L V (broodlood van Middelburg). Dat gemeenteraad en kerkeraad samenwerkten blijkt wel uit het feit dat in 1754 de diakenen nog werden uitgekozen door de magistraat. Er bestond ook een penning met de letters K A; volgens Marie de Man betekende dit Armen Kerk.

Middelburg bracht ook turfloodjes in omloop. Deze waren vervaardigd van rood koper. Aan de voorzijde de burcht, aan de keerzijde het woord torf, waarboven een klein Zeeuws wapen; het omschrift luidde ‘voor den armen’. Wanneer de penning was gestempeld met een blaadje waren ze afkomstig van de Diakonie der Nederlands Hervormde Kerk; het cijfer 2, dat op vele exemplaren voorkomt, duidde waarschijnlijk op een dubbele bedeling.

In Middelburg heeft ook een penning bestaan van het Oudemannen- en Vrouwenhuis, destijds in de Korte Noordstraat gevestigd. Ook Goes kende Gasthuysloodjes, gedateerd 1579 en 1653. Verondersteld wordt, dat dit uitgaanspenningen waren.

LITERATUUR

M.G.A. de Man, Zeeuwsche Loodjes.

< >