(Tilburg 1916), Benedictines, dichteres en beeldhouwster; volgde een opleiding in tekenen en schilderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Tilburg, maakte kennis met de priesterkunstenaar „Dn Siemer” van de groep rond „Den Oliemeulen” en met het culturele tijdschrift „Brabantia Nostra”. Via Toon Wijffels kwam zij bij de Benedictinessen in Schoten terecht, waar zij op twintigjarige leeftijd intrad; voordien had zij onder het pseudoniem Maria Dietse gedichten gepubliceerd in het blad „Roeping”, in „Brabantia Nostra” en andere tijdschriften.
In het Handboek tot de Moderne Nederlandse Letterkunde van Knuvelder werd zij beschreven als een veelbelovend talent. In het klooster bekwaamde zij zich verder in het tekenen, schilderen en beeldhouwen, voornamelijk in dit laatste; haar beeld van Benedictus ter gelegenheid van het vijftiende eeuwfeest van deze heilige, werd bekroond. In het klooster hield zij zich gedurende deze jaren ook bezig met vertalingen van hymnische teksten voor liturgisch gebruik; in de beginjaren zeventig zette zij zich andermaal tot het maken van gedichten; in die tijd verscheen een verzamelbundel van haar werk.Bron: Het Nieuwsblad, 22 febr. 1983.