(Tilburg 1898), kunstschilder; telg uit een oude Tilburgse familie van industriëlen, was tot zijn vijfentwintigste werkzaam in de fabriek van zijn vader; studeerde vervolgens aan de Academie Royale des Beaux Arts te Brussel en Parijs. Een tentoonstelling van hem, in 1930 in Parijs gehouden, bezorgde hem veel opdrachten in binnen- en buitenland; hij is voornamelijk schilder van portretten (o.a. van leden van het Koninklijk Huis) van stillevens en landschappen, vestigde zich in Amsterdam, waar hij lid werd van Arti en Amicitiae, de Hollandse Aquarellisten Kring, van het Nederlands Kunstenaarsgenootschap St.
Lucas, vice-voorzitter werd van het Nederlandse Steuncomité van Beeldende Kunstenaars, lid van de Amsterdamse Raad voor de Kunst en van de Amsterdamse Kunstraad.Bron: Kunstkring Tilburg, 1959; Singer Museum, 1983.