belasting, die verband houdt met de huurwaarde van het pand; in de Middeleeuwen begonnen als „schoorsteengeld", geleidelijk aan uitgegroeid tot belangrijke bron van inkomsten voor de overheid. De grondslagen voor deze heffing zijn steeds aan verandering onderhevig geweest; in het begin van de 19de eeuw werden meubels, deuren en vensters, naar Frans voorbeeld als grondslag gebruikt.
Vandaar dat men in Brabant toen ging spreken van ,,belastingdeuren” = niet gebruikte voordeuren, en dichtgemetselde vensters ging toepassen. In 1899 kwamen in plaats van de deuren en vensters de rijwielen. Op de Provinciale wegen in NoordBrabant werd tussen 1924 en 1940 rijwielbelasting door middel van rijwielplaatjes geheven.Bron: P.C. Ned. Rijwielbelasting.