aanvankelijk in Noord-Brabant onderdeel van het gemengd bedrijf; in de 19de en begin 20ste eeuw werd de melk door de boeren zelf verhandeld en verwerkt tot boter. De melkveehouderijen werden echter vanaf 1970 geheel of grotendeels gespecialiseerd.
De melk wordt verwerkt in grote bedrijven, die tot stand kwamen nadat dc eigen coöperatieve melkfabrieken in de diverse plaatsen een fusie aangingen. De hoeveelheid grasland in Brabant is toegenomen ten koste van bouwland. Het aantal koeien is ook gestegen. Na 1970 is het aantal ligboxenstallen toegenomen. Hierin kunnen de koeien vrij rondlopen en zelf hun voerplaats en ligplaats zoeken. Sinds 1945 is het aantal hoeren afgenomen.
In 15 jaar tijd. vanaf ca 1970. halveerde het aantal melkveehouders, o.m. door bedrijfsbeëindiging en doordat men zich ging specialiseren in pluimvee- en varkenshouderij. De afname van het aantal boeren in Brabant is echter minder groot dan in de rest van Nederland. Het aantal melkkoeien is toegenomen, evenals de produktiviteit van de dieren. Door specialisatie en inschakeling van de melkmachine kan de boer nu 50 tot 80 koeien per uur melken. De melkbus heeft plaats gemaakt voor de melktank. Met het tankmelken werd omstreeks 1967 een begin gemaakt.Bron: Brabant Regionaal 82 83.