Gepubliceerd op 30-05-2019

Walviskopvissen

betekenis & definitie

Orde Cetomimiformes Walviskopvissen Families: Cetomimidae Walviskopvissen (Cetomimus), Rondeletiidae Papilvissen (Rondeletia), Giganturidae Telescoopvissen (Gigantura)

Tot de zeldzame vangsten uit de diepzee behoren de bonte walviskopvissen. De meeste soorten zijn blind, andere bezitten soms nog kleine gedegenereerde ogen. Het zijn merkwaardige kleine rovers welke in staat zijn vissen te verslinden welke even groot zijn als zij zelf. Lichtgevende plekken heeft men ook bij deze soorten gevonden vooral aan de randen van de vinnen. Heel opmerkelijk is het ontbreken van een zwemblaas. Zoals bekend dient dit orgaan om de vissen in staat te stellen vrij in het water te zweven zonder hiervoor zwembewegingen te moeten maken.

Toch zijn deze vissen in staat vrij te zweven. Recente onderzoekingen hebben nl. aangetoond, dat de walviskopvissen een hydrostatisch orgaan bezitten in het zijlijnorgaan, dat in de lengterichting van het lichaam loopt.

De papilvissen onderscheiden zich van de walviskopvissen door een afwijkend zijlijnorgaan, dat niet in de lengterichting loopt maar uit verticaal achter elkaar geplaatste buisjes bestaat. Om die reden werden ze vroeger dan ook bij de slijmkopvissen geplaatst (zie blz. 186).

Ook de telescoopvissen behoren tot de zeldzame diepzeevangsten. Hun naam hebben deze vissen te danken aan hun telescoopachtige ogen. Ze bezitten scherpe tanden en missen buikvinnen. De ongepaarde vinnen liggen ver naar achteren, de borstvinnen zijn vleugelvormig vergroeid. En men neemt aan dat deze vooral van belang zijn voor de ademhaling, wanneer deze rovers hun mond afgesloten hebben met een prooi welke even groot is als zij zelf en daardoor niet in staat zijn om op de normale manier adem te halen.

< >