Onderorde Struthiones Struisvogels Familie: Struthionidae Struisvogels (Struthio)
Struisvogels zijn de grootste vogels ter wereld en kunnen tot 150 kg wegen. Van hun voorouders zijn reeds zeer oude overblijfselen bekend en tot in historische tijden kwamen ze nog in Zuid-Europa en Azië voor. Deze uitgesproken dravers kunnen met passen van 3,5 m een snelheid van 50 km per uur bereiken. De vleugels zijn gereduceerd, zodat voor spieraanhechting op het borstbeen geen kam nodig is. Elke poot heeft slechts twee tenen. Struisvogels leven in open, zandige of rotsachtige gebieden, waar ze elke voorkomende vegetatie als voedsel benutten.
Daarnaast eten ze ook dierlijk voedsel. Ze verkeren vaak in gezelschap van zebra’s en antilopen, tot wederzijds nut de hoefdieren jagen allerlei gedierte voor de struisvogels op en deze waarschuwen als er gevaar dreigt. Om het voedsel te vermalen worden stenen ingeslikt.
Struisvogels leven in kudden van 10-50 exemplaren en één familie bestaat gewoonlijk uit een mannetje met een „hoofdhen“ en twee „bijhennen“. Bij de balts slaat het mannetje beurtelings de vleugels omhoog, wervelt, op de grond liggend, met heftige vleugelslagen grote zandwolken op, draait zijn hals in een kurketrekkerspiraal en laat doffe hoempende geluiden horen. De hen cirkelt om hem heen met afhangende vleugels. Ze legt 10-12 eieren, waaraan de bijhennen vaak nog meer toevoegen. Het mannetje broedt ‘s nachts, het wijfje overdag. De kuikens, die na 40 dagen uit het ei komen en direkt kunnen rennen, drukken zich bij gevaar, hoewel ze ook verdedigd worden.
De sierveren van het mannetje waren vroeger zeer gezocht als modeartikel. Reuzenstruisvogels, met een gewicht van 400-500 kg en een hoogte van 3-4 m, waren de madagascarstruis (Aepyornis) en de moa’s (Dinornis) van NieuwZeeland, die 500-700 jaar geleden uitstierven en waarvan we alleen beenderen en eieren kennen.