Orde Araneae Spinnen Bij de gewoonlijk ongesegmenteerde spinnen zijn de twee lichaamshelften door een korte steel verbonden. De cheliceren zijn groot en altijd tweeledig.
In het eindlid van de kaaktasters mondt bij alle spinnen een gifklier uit. Aan het achterlijf zitten twee paar tracheën.De ledematen van het 10e en 11e segment zijn tot spin tepels vergroeid. Bij de paring brengt het mannetje met een ingewikkeld copulatieorgaan zaad in de vrouwelijke geslachtsopening, waar het in een speciaal zakje wordt bewaard. De eitjes worden bevrucht gedurende het passeren van dit zakje, tijdens het afzetten van de eitjes. De vaak veel kleinere mannetjes worden soms door de wijfjes na de paring opgegeten.
Niet alle spinnen maken webben, niettemin kunnen we overal bij ochtendnevel en dauw waarnemen hoe talrijk spinnen overal voorkomen. De in huizen levende spinnen verankeren zich op hun trektochten met een hechtdraad, die ze op regelmatige afstand vastzetten, en waarmee ze voorkomen dat ze mondt bij alle omlaagvallen. De vorm van het web is bij de vele soorten van deze orde sterk uiteenlopend. Wielweb, baldakijnweb, trechterweb en buisweb zijn enkele voorbeelden van de soorten webben.
