Gepubliceerd op 30-05-2019

Schorpioenen

betekenis & definitie

Orde Scorpiones Schorpioenen (Buthus, Centruroides, Euscorpius, Leiurus, Pandinus)

Het achterlijf van de schorpioenen bestaat uit een breed middendeel en een lang, uit smalle chitine-ringen samengesteld achterste deel. Aan het einde hiervan zit een gifzakje met holle stekel. De cheliceren zijn klein, de pedipalpen lang met grote scharen aan het einde. Schorpioenen zijn levendbarend, waarbij vaak het wijfje de jongen lange tijd meedraagt. In sommige gevallen komen zeven vervellingen voor.

Het zijn overwegend nachtelijke rovers, die leven van insekten, spinnen, duizendpoten, en soms grotere prooidieren die met de gifstekel verlamd worden. Ze geven de voorkeur aan droge gebieden, in de tropen en subtropen. We kennen ca. 600 soorten, waarvan de Afrikaanse Pandinus imperator met ruim 25 cm lengte de grootste is. Hij leeft in zelfgegraven schuine onderaardse gangen. Terwijl de steek van de tot het geslacht Euscorpius behorende soorten ongevaarlijk is, zijn de Buthus en Leiurus soorten zeer gevreesd, alhoewel de steek van bijvoorbeeld Buthus occitanus slechts een drie uur durende pijn veroorzaakt. Daarentegen heeft de steek van de in Amerika voorkomende Centruroides soorten een uiterst gevaarlijke werking en kan ook voor de mens dodelijk zijn.

< >