Gepubliceerd op 30-05-2019

Regenwormen, bloedzuigers

betekenis & definitie

Klassen Oligochaeta Regenwormen, Hirudinea Bloedzuigers Hebben de borstelwormen hun heil overwegend in de zee gezocht, de regenwormen zijn overwegend dieren van het zoete water en vochtige gronden. Ze missen parapodiën, maar in de regel is ieder segment van vier bundels borstelharen voorzien.

De oorspronkelijke, waterbewonende soorten hebben vaak lange stijve haarborstels, speciaal op de rug; de bodembewonende soorten dragen daarentegen maar kleine borstels. Onze inlandse oligochaeten hebben slechts twee bundels, terwijl in de tropen landoligochaeten leven bij welke het aantal borstels per segment in de honderden loopt.Het zijn allen tweeslachtige dieren. De nietige Aeolosoma soorten vermeerderen zich veelal ongeslachtelijk, door knopvorming. De tussen waterplanten, maar ook op de waterbodem talrijk voorkomende Stylaria lacustris draagt aan de koplappen een draadvormig tentakel. De nauw verwante Aulophorus heeft aan het achtereinde een vingervormig stel kieuwen. Draadvormige kieuwaanhangsels aan het achterste segment vinden we bij de slijkgravende Branchiura, die tot de familie Tubificidae behoort. Rhynchelmis limosella is een algemene soort tussen waterplanten, dicht bij de bodem. Zeer zeldzaam en alleen in koud water te vinden is Haplotaxis gordioides.

Op de betekenis van de regenwormen voor het losmaken van de bodem heeft Darwin reeds in 1881 gewezen. Er is een groot aantal soorten, in de familie Lumbricidae samengevat. Ze leven op verschillende diepten in verschillende grondsoorten. De afgebeelde Lumbricus rubellus leeft in de bovenste lagen van humusrijke gronden. De tropen tellen een nog groter aantal soorten. Als een uiterste geldt wel de afgebeelde reuzen regenworm (Hegascolides australis). De tropen zijn bovendien rijk aan bontgekleurde soorten, die bovengronds leven en zich als slangen voortbewegen (Pheretima ophioides e.a.).

Bij de geslachtsrijpe oligochaeten blijft de typische gordel aanwezig, bij de bloedzuigers echter, treedt een dergelijke segmentverdikking alleen in de paartijd op. Bloedzuigers zijn borstelloze, afgeplatte wormen die aan beide lichaamseinden een zuignap hebben. Een duidelijke uitwendige segmentering ontbreekt; de fijne duidelijk zichtbare ringen corresponderen niet met de segmenten. De medicinale-bloedzuiger heeft in de keel drie met fijne tandjes bezette kaken, waarmee hij een Y-vormige wond in de huid maakt en daaruit bloed zuigt. Haementeria costata heeft het hoofdzakelijk op schildpadden voorzien. De meeste in onze wateren levende soorten mijden zoogdieren en mensen.

De visbloedzuiger parasiteert vnl. op de huid van karperachtigen; jonge vissen worden door een aanval veelal sterk verzwakt. Piscicola geometra is een bewoner van vnl. zoete wateren, terwijl de roggenbloedzuiger een uitgesproken zeebewoner is.

< >