Onderfamilie: Numidinae Parelhoenders (Agelastes, Acryllium, Guttera, Numida, Phasidus)
Twee soorten parelhoenders missen de witte spikkels, die overigens zo kenmerkend zijn voor deze groep. Dit zijn het zwart-parelhoen, dat een verenkleed heeft met een bruine golftekening op een zwarte achtergrond, en het kalkoenparelhoen, dat een lichte marmering en een witte borst en schouders heeft. Deze twee bosbewonende parelhoenders zijn niet goed bekend, door hun verborgen levenswijze. Ze schijnen op hun voedselstrooptochten in troepen van 15-20 exemplaren over grote afstanden in het oerwoud van WestAfrika tot de Congo rond te trekken.
De echte „geparelde“ parelhoenders worden al naar hun kopaanhangsels onderscheiden in kuif-, helmen gierparelhoenders. De eerste leeft in beboste gebieden, de twee anderen bewonen daarentegen droge steppeen savannelandschappen; tegenwoordig treft men ze ook aan op kultuurland. Vooral de koppartijen en lellen aan snavel en hals zijn opvallend. Het helmparelhoen is de stamvorm van de reeds sinds de oudheid als huishoen gehouden parelhoen. Zijn doordringend geschreeuw kan soms hinderlijk zijn, maar men beschouwt hem toch als een uitstekende „waakhond“ tegen indringers.
