Familie: Bathyergidae Molratten (Cryptomys, Heliophobius, Heterocephalus)
De molratten zullen hier als eerste behandeld worden. Niet omdat ze zo ver naast de andere knaagdieren staan, maar omdat ze tot nu toe in iedere systematische indeling op een andere plaats verschijnen. We hebben hier te maken met een volstrekt Afrikaanse familie. Ze zijn aan hun onderaardse leven bijzonder goed aangepast, en doen in hun uiterlijk dan ook aan mollen denken. Ze gooien aardhopen op en ondermijnen op plaatsen waar ze talrijk zijn, de bodem dermate, dat mens en dier gevaar lopen benen te breken. Het opmerkelijkst zijn de naakte-molratten (geslacht Heterocephalus) uit de warmste delen van Afrika.
Kop en lichaam zijn onbehaard, met uitzondering van enkele spaarzame als tastorganen dienende korte haren, waarmee ze zich ondergronds oriënteren. De knaagtanden steken ver uit de mond naar buiten, en de tenen van de achterpoten zijn opvallend lang. De huid is geplooid, de ogen zijn zeer klein; een oorschelp ontbreekt, zoals bij alle andere leden van deze familie. Ze leven van plantenwortels en insekten.
Zacht en dichtbehaard als van de gewone mol is de vacht van de blesmol of molrat, die van knollen en bollen leeft. Daarnaast bijt hij graag kiemplantjes en jonge loten af, die hij dan in zijn voorraadkamer opslaat. De zilvergrijze-molrat heeft zijn naam aan zijn kleur te danken. De molratten ook wel zandratten genoemd zijn even bijterig en net zo gauw in de verdediging als de blinde mollen.
