Familie: Burhinidae Grielen (Burhinus, Esacus)
Ook de eigenaardige krabplevier broedt in kolonies. Hij leeft langs zandstranden en koraalriffen aan en voor de kusten van de Indische Oceaan. Ze zoeken hun voedsel wadend, maar ze kunnen ook goed zwemmen. Hun voedsel bestaat uit zeedieren, vooral krabben, die ze met hun krachtige snavel kraken. Ze broeden in holen, die ze 1-2 m diep graven in zandbanken. Ze leggen één zeer groot ei, dat % van hun lichaamsgewicht kan wegen.
Grielen leven in de schemering en ’s nachts. Ze hebben een karakteristieke dikke kop met grote gele ogen, krachtige lange poten en een lichtbruin met donker gestreept verenkleed. Hiermee zijn ze in hun omgeving haast niet te zien (schutkleur). Ze leven in dorre streken, heidevelden, akkers, kaalkapvelden en andere droge plaatsen. Een van de drie Afrikaanse soorten is de kaapse-griel. Een vertegenwoordiger uit Zuidoost-Azië is de grote-griel, met zijn krachtige snavel.
