Superfamilie: Clavicornia [Families: Nitidulidae Glanskevers (Nitidula, Omosita), Rhizophagidae Schorsglanskevers (Rhizophagus), Cucujidae Smalkevers (Cucujus, Monotoma), Erotylidae Tonderkevers (Erotylus), Phalacridae Gladkevers (Phalacrus), Cryptophagidae Dwergschimmelkevers (Cryptophagus), Lathridiidae Dwergspektorren (Lathridius), Endomychidae Zwamkevers (Endomychus), Coccinellidae Lieveheersbeestjes (Adalia, Anatis, Coccinella, Thea)] Tot de Clavicornia rekent men kleine kevers met meestal ronde lichaamsbouw en vaak aan het eind kogelvormig verdikte voelsprieten. Veel soorten voeden zich rovend, maar er zijn ook planteneters onder hen.
Glanskevers vindt men veelvuldig op bloemen, waar zij stuifmeel eten, maar ook op aas, en Omosita depressa zelfs op botten. Erg nuttig zijn de schorsglanskevers, daar zij onder de bast van bomen op larven van de schorskevers jagen. De kleine scharlakenkever heeft rode, smalle en weke vleugelschilden. Monotoma conicollis leeft in mierenhopen als rover. Zijn bovenzijde is ruw door fijne borsteltjes. De voelsprietpunten zijn zoals bij de voorgaande soorten tot ronde knoppen verwijd.
De vertegenwoordigers van de familie Erotylidae hebben daarentegen eenvoudige voel-sprieten. Ze leven in vermolmd hout, onder het schors van bomen en in boomzwammen.
Spektorren zijn ijverige bloemenbezoekers, die men in het bijzonder op korenbloemen, grassen en zeggen vindt. De schimmelkever leeft bij voorkeur op vochtige plaatsen, bv. op zwammen en paddestoelen, waarvan zij ook eten. De soorten van de familie Lathridiidae hebben een zelfde levenswijze; zij eten de schimmels op rottende planten, maar ook onder boomschors. Endomychus coccineus is rood gekleurd en heeft op ieder vleugelschild twee zwarte vlekken. Men vindt hem onder rottend boomschors en op boomzwammen.
Tot de populairste kevers behoren de lieveheersbeestjes, die door hun ronde vorm, de hooggewelfde vleugelschilden en de karakteristieke vlekkentekening gemakkelijk te herkennen zijn. Deze nuttige kevertjes verdelgen als rovers talrijke schadelijke insekten, in het bijzonder bladen schildluizen. Evenals de kevers zijn ook zijn bontgekleurde en behendige larven ijverige jagers. Zij worden daarom vaak voor bio-logische bestrijding van schadelijke insekten aangetrokken. In de herfst verzamelen zich vele soorten in grote aantallen op bepaalde plaatsen. Vaak vindt men ze ook in woningen.
In Amerika verzamelen zich op bepaalde plaatsen grote scharen van deze kevers, om te overwinteren. Zij worden verzameld en aan de eigenaars van citrusplantages verkocht. De kevers verdelgen de op deze bomen levende schildluizen. De meest verbreidde soort is het 7-stippelig-lieveheersbeestje met rode vleugelschilden en zeven zwarte vlekken, onze grootste soort is Anatis ocellatas met roodachtige, zwart gerande vleugelschilden. De vlekken op zijn vleugelschilden zijn gewoonlijk geel gerand en van binnen zwart. Het 2-stippelig-lieveheersbeestje is in Eurazië en Noord-Amerika verbreid en kent een verbazingwekkende variatie met betrekking tot kleur en tekening.
De gewone vorm heeft twee zwarte vlekken op de rode vleugelschilden. Er zijn echter ook geheel zwarte of rode vormen, die door overgangen met de gewone vorm verbonden kunnen zijn. Naast de nuttige soorten is er een kleine schadelijke groep, die als planteneters van klaver en luzerne leven. Daartoe behoort het 22-stippelig-lieveheersbeestje.