Familie: Cracidae Hokko’s Geslachtengroepen: Cracini Hokko’s (Crax, Mitu, Pauxi)\ Penelopini Sjakohoenders (Ortalis, Penelope, Pipile)
De hokko’s zijn hoenders van tropisch Amerika, die in de bomen leven, bij voorkeur in dichte regenwouden. De kleinere sjakohoenders komen meer voor in gebieden met lichte bebossing, in kultuurland en plantages nabij menselijke nederzettingen. Ze rennen behendig over de hoogste takken, laten zich omlaag glijden en springen weer omhoog. Ze vliegen echter slechts zeer korte stukjes, zichtbaar met moeite. Ze eten vruchten, zaden, jonge scheuten en bladeren, die ze echter zelden van de grond oppikken. Ze maken doordringende krijsende of grommende geluiden, die vaak in koor worden voorgedragen.
Door hun grote schuwheid zijn hun gewoonten zeer onvolledig bekend. Ze leven in groepsverband en vele soorten zijn polygaam. Ze bouwen hun nesten in bomen en struiken en de jongen zijn goed ontwikkelde nestvlieders, als ze uit het ei kruipen. De verschillende soorten hokko’s kan men onderscheiden aan de vorm van de kuif en de kleur van de snavel en vooral aan de bontgekleurde lellen en uitwassen op de snavel. De sjakohoenders hebben een kale gezichtshuid of hals en vaak ook vlezige keellellen. Van de hokko’s zijn hier 5, van de sjakohoenders 3 soorten afgebeeld. In hun woongebied worden ze vaak als huisdier gehouden, maar ze planten zich in gevangenschap slechts zelden voort.