Familie, vermoedelijk afkomstig uit Zwitserland en via Saksen en Frankrijk in Deventer terechtgekomen. Hier waren Wynand en zijn zoon Jan Sichterman (ca. 1593-1629) praeceptoren (docenten) aan de Latijnse school.
Van de laatste stammen de Drentse en Groninger familietakken. De Drentse Sichtermans waren vooral regeringsambtenaren (17de en 18de eeuw).De Groninger tak stamt af van Gerrit Sichterman (1618-1676), predikant in Kolderveen. Diens zoon Galenus Sichterman (1662-1710) was militair en door zijn huwelijk met kringen van het Groninger stadspatridaat gelieerd. De zoon Gerrit II Sichterman (1688-1730) was een gepromoveerd jurist maar koos later voor een militaire loopbaan; hij werd commandeur van Grave (1722).
Zijn broer Jan Albert Sichterman (1692-1764) maakte een opmerkelijke carrière. Vermoedelijk wegens een liefdesaffaire die met een dodelijk duel eindigde, moest Sichterman gedwongen de Republiek verlaten (1716). In VOC-dienst was hij onderkoopman in Bengalen en maakte met zijn privéhandelsactiviteiten snel fortuin. Later bevorderd tot fiscaal; werd directeur van Bengalen (1734), raad-extraordinaris en ten slotte lid van de Hoge Raad van Indië in 1744, in welk jaar hij repatrieerde als admiraal van een retourvloot.
Sichterman bouwde in zijn geboortestad Groningen een statig huis aan de Ossenmarkt. Zijn omvangrijke kunstcollectie, waaronder veel Oosters porselein, trok daar zelfs internationale aandacht. Sichtermans voor Groningse begrippen extravagante levensstijl werd door de gevestigde families met afkeuring bezien, waardoor het hem vermoedelijk niet gelukte in het regentencircuit door te dringen. Wel trouwden zijn kinderen leden uit regeringsfamilies van Stad en Ommelanden; de jongste dochter met Lord Haulkerton, met wie zij naar Schotland vertrok. In 1764 werd een groot gedeelte van Sichtermans nalatenschap verkocht, waaronder het huis aan de Ossenmarkt en de buitenplaats Woellust te Wildervank. Bij de dood van de weduwe Sibylla Volkera Sadelijn (1699-1781) bleek de erfenis niettemin nog aanzienlijk.
Hun zoon Anthonie Ewoud Sichterman (1722-1756), geboren in Bengalen, maar grotendeels in Nederland opgevoed, was jurist. Hij zette zijn carrièreplannen op uitzonderlijke wijze kracht bij: hij schaakte en trouwde de dochter van Mello Alberda van Nijenstein. Kort voor zijn dood kreeg hij een plaats in het Appingedammer stadsbestuur. Zijn nazaten waren tot 1856 eigenaars van de borg De Brake en het bijbehorende tichelwerk te Obergum.
[Feenstra]
Lit.: Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen; W. Kühne-Van Diggelen, Jan Albert Sichterman, VOC-dienaar en 'koning' van Groningen (Groningen 1995); P.J. van Winter, De lijsten der hoogstaangeslagenen in het departement van de Westereems II ('s-Gravenhage 1951).
