(Quakenbrück, Duitsland 1576 - Farmsum 1647)
Studeerde theologie in Franeker (1596) en was gereformeerd predikant in Dalfsen (aanvangsjaar onbekend), Ruinen (1603) en Farmsum (1621-1647). Hij was een gewaardeerd lid van de Drentse classis generalis en ging als afgevaardigde naar de Dordtse Synode. Hij ijverde voor de verbetering van de gemeentezang in de eredienst in zijn Voerslach tot stichtelicke noedige veranderingedes Nederduitschen Kerkengesanck (1631).