Overeenkomst waarmee een taakververdeling tussen instellingen voor hoger beroepsonderwijs in Groningen en Friesland werd geregeld. Gesloten op 17 februari 1989 tussen een aantal ministers, onder wie minister Deetman van Onderwijs en Wetenschappen en de Commissarissen van de Koningin van Groningen en Friesland, Vonhoff en Wiegel.
Dit akkoord kwam tot stand omdat de provincies Friesland en Groningen niet in staat waren tot een gezamenlijk voorstel te komen in het kader van rijksbeleid van schaalvergroting, taakverdeling en concentratie, de zgn. STC-operatie. Behalve onderwijs was hier ook de vestigingsproblematiek van de te fuseren noordelijke symfonische orkesten aan de orde.In Friesland liepen de emoties hoog op over de fusie van het Frysk Orkest met dat van Groningen tot het NNO, met als standplaats Groningen. Ook in Groningen liepen velen te hoop tegen de gedwongen fusies van zowel de hogere agrarische opleiding, het Van Hall-instituut, als de lerarenopleiding Ubbo Emmius en hun verhuizing naar Leeuwarden. De herschikking ging gepaard met investeringskosten voor nieuwbouw en veranderingskosten onderwijs van 155 miljoen gulden, Leeuwarden kreeg subsidie voor o.a. de (ver)bouw van de Harmonie. Met het herenakkoord was in één klap een moeizaam en lastig proces van schaalvergroting en concentratie beslist. Ondanks het verzet is uiteindelijk alles volgens plan uitgevoerd.