Geboren 1506 te Neurenberg. Hij werd door Luther overreed om de studie der medicijnen vaarwel te zeggen en zich te wijden aan de studie der theologie.
In het jaar 1529 behoorde hij reeds tot de tafelgenooten van Luther. Hij schreef toen reeds voorlezingen en predicatiën en teekende de tafelgesprekken van Luther op.
In 1530 vergezelde hij Luther naar Koburg. In 1534 verliet hij Luthers huis, omdat hij met Luthers vrouw niet sympathiseerde.
Toen werd hij predikant in Neurenberg. Als vertegenwoordiger van die stad onderteekende hij de Schmalkaldische artikelen en maakte enkele notitiën over de krankheid, die destijds Luther aangegrepen had.
In 1546 nam hij deel aan het religiegesprek te Regensburg. In den strijd met Osiander verklaarde hij zich voor afschaffing van de private biecht, tegen de handoplegging bij de ordening van predikanten en tegen de elevatie bij het heilig avondmaal.
Het laatste schafte hij op eigen gelegenheid af. Luther en Melanchton waren daar zeer tegen en Dietrich kwam nu onder verdenking, dat hij Zwingliaan geworden was.
Tijdens het verblijf van den keizer in Neurenberg (1547) werd hem, omdat hij zich onvoorzichtig uitgelaten had, het prediken voor een tijd verboden.
Tijdens het interim toonde Dietrich dat hij er niet mede accoord ging.
Toen zijn bezwaren niet geteld werden, wilde hij Neurenberg verlaten, maar hij liet zich door Melanchton overhalen, om te blijven. Hij stierf in 1549.
Gewichtig zijn onder zijne geschriften: Agende büchlein für die Pfarrherrn auf dem Lande, dat eigenlijk de Agenda voor de Beiersche kerk werd. Evenzeer belangrijk zijn zijne Brieven aan Luther en Melanchton en niet het minst zijn Verzameling der tafelgesprekken vanLuther.
In 1548 gaf hij nog een Stichtelijke uitlegging der Profeten uit. Bovendien maakte hij een groot aantal van Luthers geschriften openbaar.
In de uitgave van Luthers preeken heeft hij enkele preeken samengevoegd en hier en daar ook iets van zichzelven er aan toegevoegd. Hij gaf ook in 1541 een Tractaat van Melanchton uit over De pauselijke macht.
