was een zeehaven aan de Noord-Westkust van Klein-Azië, tegenover het kleine eiland Tenedos in de Egeïsche Zee. De stad werd in het Noord-Westelijk deel van Mysië (Hand. 16:8) gesticht door Antigonus, omstreeks 310 v.
Chr., eenige mijlen Zuidelijker dan het oude Troje of Ilium gelegen heeft, en noemde het Antiogeia Troas. Enkele jaren later werd het door Lysimachus vergroot, en Alexandreia Troas genoemd.
Het stond vervolgens onder de Seleuciden, en de koningen van Pergamus, en de Romeinen, die het, om hun legendarische afstamming van vluchtelingen uit het oude Troje, zeer genegen waren, en allerlei voorrechten verleenden. Onder Augustus werd het een Romeinsche kolonie: Colonia Alexandria Augusta Troas.
Julius Caesar, Augustus, en ook nog Constantijn, zouden er over gedacht hebben, Troas tot hoofdstad van het Romeinsche rijk te maken. Het werd een groote stad, van en naar welke de zeevaart tusschen Klein-Azië en Macedonië plaats had.
De apostel Paulus is er met zijn medearbeiders (drie óf) vier malen geweest. Eerst op zijn tweede zendingsreis, toen hij in een gezicht een Macedonisch man zag, die hem riep over te komen (Hand. 16 : 8—10), pl.m. 50/51 n.
Chr. Daarna, een 5 a 6 jaren later, op zijn derde zendingsreis, toen hij van Efeze over Troas naar Macedonië ging, om Corinthe weer te bezoeken, en hij met zoo groote spanning Titus’ terugkomst van Corinthe afwachtte (2 Cor.2:12—13; 7:5—15).
Een derden keer is hij er, eenige maanden later, weer geweest, op diezelfde derde zendingsreis, toen hij van Corinthe door Macedonië over Filippi terugkeerde, te Troas het Heilig Avondmaal bediende, den geheelen nacht door sprak tot de gemeente, Eutychus, die uit het raam gevallen was, opwekte, en des morgens per voet naar Assus ging (Hand. 20 : 2—14), een weg van circa 5 è. 6 uur uur. En nog een vierden keer heeft hij er vertoefd, toen hij uit zijn (eerste) gevangenschap te Rome (waarschijnlijk) was vrij gelaten, en nog weer het Evangelie heeft mogen verkondigen, ook in het Oosten (2 Tim. 4 : 13).Ook Ignatius is op zijn reis naar Rome over Troas gevoerd, en heeft daar met de gemeente verkeerd, en van daar brieven geschreven (ad Philad. 11; ad Smyrn. 12; ad Polyc. 8).
Een paar eeuwen zwijgen daarna over de gemeente te Troas. In de vierde eeuw en daarna hooren we van haar bisschoppen Niconius, en vooral Silvanus, in het begin der vijfde eeuw.
Nu is Troas vervallen, en draagt den Turkschen naam Eski Stambul.